Onderverhuur van kamers in een huurwoning

Algemeen Volgens artikel 7:244 van het Burgerlijk Wetboek heeft een huurder van een zelfstandige woning met hoofdverblijf in die woning het recht om kamers onder te verhuren. Dit recht staat los van de regels in artikel 7:221, dat zegt dat een huurder geen onderverhuur mag doen als de verhuurder daar 'redelijke bezwaren' tegen heeft. Wel of geen onderhuurverbodMaar, veel verhuurders/woningcorporaties hanteren een onderhuurverbod in hun huurcontracten. Dit betekent dat het ingebruikgeven van (een deel van) de woonruimte of onderverhuur alleen is toegestaan met schriftelijke toestemming van de verhuurder.Als de verhuurder de onderverhuur van kamers niet in het huurcontract heeft uitgesloten of aan toestemming heeft gebonden, kan hij de onderverhuur niet zomaar tegenhouden, zelfs niet als hij bezwaren heeft die normaal gesproken als redelijk zouden worden beschouwd.Let op het hoofdverblijf!De huurder moet wel zijn hoofdverblijf in de woning behouden; dit betekent dat de huurder daadwerkelijk…